Alles wordt duurder. De inflatie is sinds de Tweede Wereldoorlog in ons land niet meer zo hoog geweest. Dat voelen we allemaal. Dat geeft ook zorgen. Kan ik alles nog wel betalen? Hou ik nog wel geld over om te sparen? Moet ik andere keuzes gaan maken? Is het nog wel mogelijk om vermogen op te bouwen als ondertussen bijna al je geld op gaat aan de dagelijkse dingen?
Het is voor consumenten tegenwoordig niet gemakkelijk om te besparen. Om grip op de portemonnee te houden. Gelukkig zien we nu ook dat de lonen langzaam stijgen en dat de Europese Unie er alles aan doet om het inflatiecijfer zo stabiel mogelijk te houden. Naar verwachting zal er dan ook weer een kantelpunt komen. Dat betekent niet dat de prijzen nog zullen dalen. Wel dat deze stabiel zullen blijven en de lonen ondertussen verder zullen toenemen. Hierdoor zal de juiste verhouding weer gevonden worden. Tot die tijd is het echter nog even behelpen. Maar is het mogelijk om in tijden van inflatie nog altijd je vermogen op te bouwen? Jazeker! Met behulp van de volgende drie tips moet dat echt gaan lukken.
1. Beleggen
Het is al jaren een stuk minder aantrekkelijk om je geld op de spaarrekening te laten staan. Maar nu al helemaal. Het geld wordt immers steeds minder waard. Als je jouw geld op de spaarrekening laat staan, dan laat je de waarde dus eigenlijk gewoon afnemen.
Het is dus niet alleen belangrijk dat je geld opzij zet voor later, maar ook dat dit mee kan groeien met de inflatie. Bijvoorbeeld door te beleggen. Toch is dat ook onzeker in tijden van inflatie. Obligaties kunnen kwetsbaar worden door de mogelijke rentestijgingen. Toch zijn er ook aandelen die juist in deze tijd wel gunstig kunnen zijn. Dit zien we met name bij bedrijven die de prijzen kunnen doorberekenen aan de consumenten. Zij hebben een sterkere positie binnen de markt.
2. Ken jouw financiële situatie
Vermogen opbouwen is onmogelijk als je niet weet wat jouw huidige financiële situatie is. Daarom extra belangrijk om eens alles voor jezelf op een rijtje te zetten. Wat komt er maandelijks binnen? Wat gaat er uit? Wat gebeurt er met het geld wat overblijft? Gaat dit naar de spaarrekening? Komt dit op de ‘grote hoop’ terecht?
Meten is weten. Als je precies weet wat er met het geld gebeurt, kunnen er ook andere beslissingen worden genomen.
3. Onderhandel over een hoger salaris
Alles is duurder geworden. Inmiddels is het minimumloon vanaf 1 januari 2023 al omhoog gegaan. Dat betekent ook dat er meer ruimte is voor onderhandelingen. Zo zien we dat bedrijven hogere salarissen bieden voor mensen die ze nieuw binnenhalen, maar tegelijkertijd mensen in functie niks extra’s geven. Zolang jij niks zegt, zullen zij ook niet snel iets zeggen. Besef goed dat je momenteel echt goed in je recht staat om over een hoger salaris te onderhandelen. Ga dus niet klakkeloos akkoord met je huidige salaris, maar bespreek de mogelijkheden. Er is vaak meer mogelijk dan je denkt.